Auteur: Jan Wolkers
Titel: Terug naar Oegstgeest
 Eerste jaar van uitgave: 1965
Plaats van uitgave: Amsterdam
 Uitgeverij: J.M. Meulenhoff

Inhoud

In dit verhaal brengt de ik-figuur, Jan Wolkers, een bezoek aan Oegstgeest, de plaats waar hij is opgegroeid. Hoofdstukken die herinneringen beschrijven worden afgewisseld door hoofdstukken die in het vertel-heden plaatsvinden.

  1. Een houten roos

In het eerste hoofdstuk worden verschillende personages geïntroduceerd aan de hand van een foto die de ik-figuur in zijn bezit heeft. Op de foto staat zijn vader met zijn familie en de ik-figuur vertelt over hoe zijn ouders elkaar hebben kennen en hoe ze in Oegstgeest terecht zijn gekomen. Ze zijn hier destijds een delicatessenwinkel begonnen. 

  1. Terug naar Oegstgeest

De ik-figuur is terug gegaan naar Oegstgeest, de plaats waar hij is opgegroeid. Hij komt langs de kerk van het dorp en dit roept allemaal herinneringen aan zijn broer op, die op jonge leeftijd is overleden. De ik-figuur verbrandde destijds alle foto's van zijn broer en kort daarop overleed hij. De ik-figuur ziet hier een oorzaak-gevolgverband tussen en voelt zich schuldig aan de dood van zijn broer.

  1. Voor koffie en thee

De ik-figuur vertelt in dit hoofdstuk over zijn geboorte, die toevalligerwijs op de 35ste verjaardag van zijn vader is. Op jonge leeftijd is de ik-figuur veel ziek. Zo krijgt  hij bronchitis en later ook spruw, waardoor hij zijn handen lange tijd in natte washandjes moet houden. Daarnaast loopt hij ook nog een litteken in zijn gezicht op, door een ongeluk met de kroepketel. 

  1. Terug naar Oegstgeest

De ik-figuur is langs het huis gereden waarin vroeger de winkel van zijn ouders was en is er achter gekomen dat daar nu een middenstandsbank in zit. Desalniettemin roept het gebouw nog allerlei herinneringen bij hem op. Ook brengt  hij nog een bezoek aan zijn oude buren en praat over het verleden. 

  1. De betekenis der cijfers

In dit hoofdstuk blikt de ik-figuur terug op zijn lagere schooltijd. In de eerste klas haalt hij goede cijfers, dat komt vooral doordat hij juffrouw Vink wel ziet zitten. Het jaar daarna krijgt hij les van juffrouw Hakkenberg. Met haar heeft hij helemaal niks en zijn cijfers kelderen al snel. Nog voor het eind van het schooljaar wordt hij naar een andere school overgeplaatst.  

  1. Terug naar Oegstgeest

De ik-figuur loopt wat door Oegstgeest haalt nog meer herinneringen op. Hij komt zijn vader tegen en die vertelt hem dat mevrouw Teeng recentelijk is overleden. 

  1. Springbok en Perlimoen

Op zijn nieuwe school zorgt de ik-figuur ervoor dat hij betere cijfers haalt. Hij bespreekt de docenten die hij daarna nog heeft gehad, zoals meneer Blender en de hoofdonderwijzer, die iedereen de papagaai noemde. De ik-figuur wordt voor het eerst verliefd, op Elly Lampet, en begint zijn eigen seksualiteit te verkennen. Het hoofdstuk sluit af met een optocht ter ere van de laatste schooldag. 

  1. Terug naar Oegstgeest

In dit hoofdstuk begeeft de ik-figuur zich naar de school die hij in het vorige hoofdstuk beschreef. Daarna gaat hij naar het museum waar hij als kind veel heeft getekend. Hij denkt terug aan hoe zijn vader over de dood van zijn oma en wat voor een heftige indruk dat heeft achtergelaten. 

  1. The Splendid Thirties

De winkel van de ouders van de ik-figuur loopt steeds slechter en ze zijn gedwongen kamers te verhuren. De ik-figuur gaat naar de MULO in Leiden terwijl hij zelf eigenlijk liever naar de HBS wil. Hij presteert zo slecht op de MULO dat zijn vader hem er vanaf haalt en hem in de winkel laat werken. Het gezin wordt steeds groter en de armoede groeit. Hier komt enigszins een eind aan wanneer er mobilisatie van het leger is en zijn vader een kantine krijgt toegewezen. De soldaten veranderen de sfeer in het dorp en de ik-figuur maakt zich zorgen over de toekomst.

  1. Terug naar Oegstgeest

 De ik-figuur bezoekt het krantenarchief en bekijkt kranten uit zijn geboortejaar en uit 1939, om te kijken of er toen sneeuw lag met kerst. Op zondag ziet hij zijn ouders naar de kerk gaan en ook dit roept weer allerlei herinneringen aan vroeger op, over bijvoorbeeld het 'kikkerzoenen' dat de ik-figuur vroeger deed. 

  1. Euthanasie en vivisectie

Op zijn veertiende krijgt de ik-figuur zijn eerste baantje, als dierenverzorger bij het Pathologisch Laboratorium van het Academisch Ziekenhuis. De ik-figuur laat de beestjes vroegtijdig overlijden om ze uit hun lijden te verlossen. Wanneer er een tweede jongetje bij komt werken loopt dit uit op gruwelijke martelpartijen. Op een gegeven moment wordt de ik-figuur ontslagen, zonder dat hij precies weet waarom. 

  1. Terug naar Oegstgeest

De ik-figuur heeft het laboratorium bezocht en de sfeer voelde nog hetzelfde. Het doet hem denken aan concentratiekampen en het lijkt of er sinds zijn jeugd niemand meer is geweest op de plek waar hij alle beesten had begraven. 

  1. Schildersverdriet of hoe-langer-hoe-liever

In dit hoofdstuk vertelt de ik-figuur hoe zijn interesse voor de beeldende kunst wordt gewekt. Tijdens zijn werk als tuinman bij Houtheer zit hij vaak te tekenen. Na een tijdje krijgt hij een ander baantje aangeboden, waarbij hij meer betaald krijgt zodat hij 's avonds typ- en tekenlessen kan volgen. Bij de typcursus ontmoet hij een meisje en zij ziet hem wel zitten. Door zijn onhandige gedrag gebeurt er echter niks. In diezelfde tijd raakt hij bevriend met de buurman die hem Nederlandse literatuur laat lezen. Later krijgt hij een baantje bij een lijstenmakerij maar daar wordt hij al redelijk snel ontslagen waarna hij op een distributiekantoor komt te werken. 

  1. Terug naar Oegstgeest

De ik-figuur bezoekt het oude landgoed van Houtheer, die inmiddels is overleden. Hij spreekt met een tuinman, die hij nog kent van vroeger.

  1. Ezau's handen

In dit hoofdstuk haalt de ik-figuur allerlei herinneringen op die te maken hebben met zijn overleden broer. Zo denkt hij aan de een grote paling die ze samen hebben gezien en hij beseft dat er herinneringen zijn die hij samen met zijn broer had en die nu zijn verdwenen.

  1. Terug naar Oegstgeest

De oude winkel van de ouders van de ik-figuur wordt gesloopt en gek genoeg had de ik-figuur daar al over gedroomd. Hij bezoekt het huis voor een laatste keer en denkt aan de jas van zijn broer, het laatste voorwerp dat hij nog van hem had, die is verscheurd doordat hij er een reiger mee wilde redden.

(samenvatting van: https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/terug-naar-oegstgeest-jan-wolkers ) 

Verhaalanalyse

Titelverklaring

De titel spreekt voor zich, omdat de helft van de hoofdstukken dezelfde titel heeft. De ik-figuur keert terug naar Oegstgeest, waar hij opgroeide en waar hij zijn jeugd doorbracht.

Motto

‘‘If seven maids with seven mops
Swept it for half a year,
Do you suppose,’ the Walrus said,
‘That they could get it clear?
‘I doubt it,’ said the Carpenter
And shed a bitter tear’’
Lewis Carrol, Through the Looking-glass

Jan Wolkers probeert, door terug te gaan naar Oegstgeest, voor de laatste keer herinneringen op te halen, en ze dan uit zijn hoofd te bannen. Het zijn nogal negatieve herinneringen. In dit motto staat dat als je heel hard probeert de boel schoon te krijgen, het waarschijnlijk niet zal lukken. Als je het in een keer goed probeert te doen door er goed aan te denken, is de kans groter dat je het uit je hoofd zal krijgen.

Hoofdgenre

Het hoofdgenre van ‘Terug naar Oegstgeest’ is epiek. Dit komt doordat het verhaal heel centraal staat in dit boek.  Het verhaal is een fictieroman met autobiografische elementen. 

Tijd en ruimte

Het verhaal bestaat uit 16 hoofdstukken. De even hoofdstukken heten allemaal ‘Terug naar Oegstgeest’ en spelen zich af in het vertelheden en gaan allemaal over de ik-figuur die locaties in Oegstgeest bezoekt. De oneven hoofdstukken hebben allemaal een andere titel die vaak refereert aan jeugdherinneringen. Hierdoor is het verhaal niet chronologisch geschreven: de verhaallijn van het vertelheden wordt vaak onderbroken door herinneringen.
Het is niet precies te achterhalen wanneer de ik-figuur Oegstgeest bezoekt. De geboortedatum van Jan, de ik-figuur, wordt wel duidelijk genoemd, dit is namelijk 26 oktober 1925. Tijdens het vertellen van zijn jeugdherinneringen noemt de ik-figuur ook vaak zijn leeftijd, waardoor je een redelijk goede reconstructie van de tijd kunt maken. Tussen de herinneringen en het vertelheden zit ongeveer 20 jaar.
De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is vooral voor de sfeer van belang. Er wordt weinig over de oorlog verteld, maar toch voel je dat deze aanwezig is in de herinneringen van de ik-figuur. Daarnaast merk je dat het geloof destijds meer aan de orde van de dag was dan dat het nu is. De ik-figuur behoort eigenlijk tot de eerste generatie die zich hiertegen af gaat zetten.
De ruimte waar het verhaal zich afspeelt, Oegstgeest, is van groot belang voor het verhaal (logisch). Deze locatie is de plaats waar de ik-figuur opgegroeid is. Wanneer hij daar terugkomt roept dat vanzelfsprekend allerlei herinneringen op. Zonder deze herinneringen zou er weinig overblijven van het boek. De ik-figuur beschrijft veel locaties van het dorp, zoals de kerk en het laboratorium. Deze worden echter weer niet heel uitgebreid omschreven, omdat het toch vooral de herinneringen die hieraan verbonden zijn die het verhaal vormgeven.

Vertelinstantie

Het verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief. Dit komt natuurlijk, omdat het verhaal autobiografisch geschreven is. Jan vertelt over zijn eigen leven, en er is dan ook geen logischer verklaring dan dat dit behoort tot de ik-vertelwijze. Door dit perspectief, neem je een kijkje naar zijn herinneringen in zijn destijdse beleving daarvan. Je neemt een kijkje in zijn gevoel. Als buitenstaander (een andere vertelwijze), zou je dit nooit te weten kunnen zijn gekomen.
Een paar voorbeelden van de ik-vertelwijze:

'Het lijkt wel een hut in een boomkruin of de roef van de ark, de kamer met zijn houten wanden, waar die baardige patriarchale gorilla zich te midden van zijn kroost heeft laten fotograferen. Mijn vader staat helemaal rechts op de foto. Een klein jongetje nog.' (pg. 9)
'De jas was zo kapot dat ik hem niet meer opraapte. Het was het enige dat ik van mijn broer had. Ik had hem daar op de bosgrond laten liggen.' (pg. 236)

Thema

Het thema die het beste bij het verhaal past, als het aan mij ligt, is:
Heden en verleden.
De ik-figuur reist af naar Oegstgeest, het daarop waar hij opgroeide. Door terug te keren naar deze plaats maakt hij ook een reis naar het verleden. Oegstgeest roept allerlei herinneringen aan zijn jeugd op. Deze herinneringen zijn eigenlijk de bouwstenen van het verhaal, afgewisseld met stukjes uit het vertelheden.

Motieven

Het boek bevat een aantal motieven, waarvan ik de volgende het meest toepasselijk vind:
- Tweede Wereldoorlog:
De Tweede Wereldoorlog is niet heel nadrukkelijk aanwezig in het boek, in de zin dat er niet veel tekst aan gewijd wordt. Toch is het bepalend voor de sfeer van het boek. Uit de herinneringen komt duidelijk naar voren dat het gezin een tijdlang in armoede leefde en ook geeft de ik-figuur te kennen dat hij de sfeer in het dorp voelt veranderen en hier angstig van wordt.
-Natuur:
De ik-figuur heeft een bepaalde fascinatie voor alles dat in de natuur leeft. Hij vind het interessant om beestjes te bekijken en in veel van zijn herinneringen komen dan ook dieren voor. Hij zou graag bioloog worden, maar omdat hij niet naar de MULO wordt gestuurd, is dit geen mogelijkheid meer voor hem.
- Godsdienst:
De ik-figuur denkt terug aan zijn jeugd en het ligt dan ook voor de hand dat er aandacht wordt besteed aan de band met zijn ouders. Vooral zijn vader komt veel aan bod in de herinneringen. De ik-figuur heeft een complexe band met zijn vader. De ik-figuur kan in de ogen van zijn vader weinig goed doen, en hij zorgt er bijvoorbeeld voor dat Jan niet naar het HBS mag. Toch merk je aan de kleine details dat de vader toch liefde voelt voor zijn zoon.
- Dood:
De dood komt op verschillende manieren terug in het verhaal. Ten eerste is er de broer van de ik-figuur, die op jonge leeftijd is overleden. De ik-figuur heeft, omdat hij de foto’s van zijn broer heeft verbrand, het gevoel dat hij verantwoordelijk is voor de dood van zijn broer. Daarnaast blijkt dat de buurvrouw is overleden in al die tijd dat de ik-figuur niet in Oegstgeest is geweest. Ook komen er verschillende dode dieren in het verhaal voor.

Personages

Jan Wolkers: het hoofdpersonage is de ik-persoon. In het verhaal gaat het veelal om autobiografische herinnering, dus mag je aannemen dat de ik-figuur Jan Wolkers is. In zijn jeugdherinneringen is hij een beetje een dromerige jongen, die vooral veel in de natuur te vinden is. Het is een vriendelijke jongen, dat kan je bijvoorbeeld opmaken uit het feit dat hij extra spullen uit de winkel van zijn ouders weggeeft aan arme gezinnen, ook al heeft zijn eigen gezin ook geldproblemen. De oudere ik-figuur blikt vooral terug op zijn jongere ik, zonder hier direct een oordeel aan te geven. Je merkt aan de dingen die hij vertelt, dat hij nog steeds bezig is met de dood van zijn broer te verwerken. Dat gaat moeizaam.

Vader: de vader van Jan is van alle bijfiguren overduidelijk degene die het meest terugkeert in zijn herinneringen. Hij is strenggelovig, nukkig en nors. Verder leer je niet veel over zijn karakter.

Broer van Jan: de broer van Jan overlijdt aan difterie. Er zijn geen foto’s meer van hem, omdat Jan die verbrandt vlak voor zijn dood. Hij had een haat-liefde verhouding met zijn broer Jan.

Moeder: de moeder van Jan is een erg open vrouw. Ze heeft een goede relatie/verstandhouding met haar zoon.

Eindoordeel

Ik ben dit boek gaan lezen doordat ik thuis door de boekenkast aan het kijken was met mijn moeder. Ik zocht nog naar vier boeken, de laatste die ik zou gaan lezen voor mijn lijst. In onze kast stonden helaas niet veel boeken die op mijn lijst stonden, maar deze stond er wel tussen. Ik vroeg mijn moeder ernaar, of dit misschien een leuk boek zou zijn om te lezen, want zij kent het boek al. Zij raadde mij het boek inderdaad aan: het was biografisch geschreven en Jan Wolkers had een leuke schrijfstijl. Hij schreef onder andere ook Turks Fruit, die ik eigenlijk al langer in mijn hoofd had om te lezen. Die was bij de bieb helaas uitgeleend, dus ben ik maar dit boek gaan lezen. Ik had hoge verwachtingen van het boek, maar achteraf vond ik er niks aan. Ik weet nauwelijks meer wat ik heb gelezen, het interesseerde me nauwelijks. Ik weet niet hoe het komt, maar ik heb dit boek maar gelezen om het uit te lezen (dat moet ik altijd van mezelf), niet omdat ik het leuk vond. Ondanks dat besloot ik het toch op mijn lijst te zetten, aangezien ik het ergens wel een goed idee vond om een minder leuk boek op mijn lijst te zetten, dus bij deze! Als het aan mij ligt, is dit geen aanrader.

Gedicht...(keuzeopdracht)

Terug naar Oegstgeest,
een plek waar ik lang niet ben geweest.
Een plek van zowel herinneringen en wonden,
waar men moest bidden voor zijn zonden.

Een plek waar ik naar terugkeer,
na enkele jaren, 
omdat dat ik toch altijd, die herinneringen zal bewaren. 
Het doet me goed,
het doet pijn, 
een plekje in mijn hart,
die er altijd zal zijn. 

Een tijd terug overleed mijn broer, nog jong, 
het is dat ik altijd mijn gevoelens daarover verdrong. 
De schuld van zijn dood achtervolgt me dag en nacht,
maar oh mijn broer,
alsjeblieft,
rust zacht.

Thuis is het altijd akelig geweest,
zo religieus als wat,
was voor mij geen feest.
De armoede sloeg hard in,
op ons gezin, 
het was de start van een nieuw ,

maar ook vreselijk, begin. 

Terugdenken aan de verhalen,
en ze daarna opschrijven,
met daarmee naar oude gebeurtenissen verwijzen.
Op papier,
zodat anderen het kunnen lezen,
het is me een verhaal,
dat heb ik wel bewezen

Literaire vormen

De literaire vorm waar dit boek toebehoort is proza. Het is een geschreven verhaal met meerdere hoofdstukken. Het is een verhalende tekst met literaire inhoud.

Bronnenlijst

https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/terug-naar-oegstgeest-jan-wolkers 
https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-terug-naar-oegstgeest-door-jan-wolkers-46425 
https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-terug-naar-oegstgeest-door-jan-wolkers-63082 

Maak jouw eigen website met JouwWeb